STATE OF THE UNION MINIERE
Naar aanleiding van de nationale feestdag
Ik heb onlangs dus zelf een parastatale commissie in het leven geroepen om België eindelijk eens op een deftige manier cultureel en economisch verkocht te krijgen in de wereld. Het moet toch ooit een keer lukken vind ik, want met die Belgische rockgroepen die Amerika veroveren en zo, Deus en Arid en Soulwax en Geschmäckverstärker en Das Pop en Dead Man Ray en Mama’s Jasje en Sergio en DJ Jan van Biezen, de ene nog genialer dan de andere, allemaal goed en wel, maar de mensen van de Europese gemeenschap gaan op den duur beginnen denken dat ze hier bij ons alleen maar rock en roll en disco kunnen spelen en dat is rampzalig voor ons imago. Gasten die rock en roll en disco spelen, dat zijn luiaards en leeghangers en dommeriken die overal miserie verkopen en armoe zaaien. Dat denken de mensen en natuurlijk hebben ze nog gelijk ook. Ik ga ze uit eigen ervaring niet tegenspreken. Maar we moeten dringend eens wat anders verzinnen of we zijn voorgoed verloren. En ik stel voor, en het ligt trouwens voor de hand, dat we met onze jonge vrouwelijke bevolking het buitenland proberen te veroveren. De studiedienst van mijn parastatale commissie heeft al een schitterende reclameslogan uitgevonden voor ons nieuwe exportproduct: ‘Don’t undertreasure the young wives from Belgium. Inderdaad, onderschat de schone jonge Belgische wijven niet. Dat gaat er flink inhakken op de exportmarkten. ‘The young wives from Belgium are there, dont undertreasure them,’ zullen ze roepen op de beursvloeren Van Tokio en Wallstreet. We worden allemaal rijk en gelukkig in België.
Het probleem stelt zich dat er in ons godvergeten land weinig mooie jonge vrouwen rondlopen. Prachtige jonge intelligente venten genoeg, maar geen mooie vrouwen. Meestal van die Brigitta Callens-types, ongelooflijk kleine prutsen met een boxersneus en een afgrijselijke honger naar geld, geld en nog eens geld. Maar daar heb ik al een oplossing voor. We doen zoals in het voetbal, gewoon een lading vrouwen per vrachtvliegtuig invoeren uit het buitenland en naturaliseren. Dat kost ook wel een pak miljarden, maar we moeten er wat voor over hebben, voor onze uitstraling in het buitenland. We voeren ze in vanuit Holland natuurlijk, want daar stikt het van de topmodellen, reusachtige blonde vikingvrouwen met van die enorme kanonballen van borsten en allemaal een diploma van doctor in de fiscale wetenschappen er bovenop. En we vragen aan Brigitta Callens om die Hollandse topmodellen een beetje van dat platte Oost-Vlaamse accent aan te leren, kwestie van die Hollandse meisjes wat geloofwaardige vulgaire praat bij te brengen. Of neen, ik heb nog een beter gedacht. Nog simpeler: we vragen gewoon of we niet mogen ingelijfd worden bij Holland, dan zijn we er vanaf van de ellende en onze zorgen zijn voorbij. De Walen jagen we buiten want die spreken allemaal Frans en Frans dat is veel te moeilijk. En we noemen dat nieuwe land Holderen, begrijpt u, Holland en Vlaanderen aan elkander gesmolten, Holderen. Wij hebben de schone intelligente venten en zij de schone vrouwen en het geld, want de Hollanders hebben heel veel geld gespaard dat wij dan door vensters en deuren gaan smijten. En we krijgen er meteen ook Johan Cruyff en Patrick Kluivert en een voetbalploeg met supernegers bij, gratis en voor niets. Ze gaan niet blijven lachen met die onnozele Belgen.
Om dit te vieren heb ik in de rapte een nationaal Volkslied gecomponeerd voor Holderen. Het heet Leve ons Nieuw Vaderland Holderen en ik zal het nu voor u ten berde brengen.
Daar alleen kan liefde wonen
Daar alleen is het leven zoet
Waar men stil en ongedwongen
Alles voor elkander doet
Leve Holderen
Leve Holderen
Leve ons nieuwe Vaderland!
THIS CHARMING MAN
Na een aantal ongelukzalige omzwervingen, dertien stielen en dertien ongelukken, was ik op een school beland waar ze vreemde talen bestudeerden. Een nobel streven dat ik vruchteloos ook tot het mijne trachtte te maken.
In de kantine van dat instituut zat ik na te denken over hoe het in godsnaam verder moest. Ik was negentien. Ik had een aantal eerlijke pogingen ondernomen om met de jongeren om mij heen te praten over zaken die zij interessant vonden en dat leek nooit echt te lukken. Ik stotterde maar wat voor mij uit met mijn blozende bolle kop. Waarom nog verder aandringen, dacht ik. Het leek mij een schitterende grap mijn prachtige jeugd dan maar domweg weg te dromen. En later zouden we wel zien. Zo simpel lagen de zaken. U moet daar niet mee lachen. Ik had al de tijd van de wereld toen. Allerminst koesterde ik een wrok tegen de jongeren om mij heen die zich in het volle leven hadden gestort. Ik was blij dat er zulke mensen bestonden. Ik vond: zelf had ik daartoe niet het nodige talent en daar moet men zich bij neerleggen. Dat was heel dom natuurlijk. Men mag nooit bij de pakken blijven neerzitten, en men moet immer blijven vechten voor zijn geluk maar dat wist ik toen nog niet, het onnozel kalf dat ik was.
Er was in die tijd een liedje op de radio dat perfect in mijn kraam paste: This Charming Man van het zoveelste nieuwste groepje uit Engeland, the Smiths. Alleen al de gitaarmelodie die aan het begin van dit lied weerklonk voerde mij naar het Engelse platteland waar het na een lenteregen in mei goed is zich in het van nachtegalengezang vervulde laatste avondlicht op te hangen aan een tak van een honderdjarige plataan. Ik was een nogal gevoelige jongen in die tijd. En die tekst die ging natuurlijk over mijzelf en alleen over mijzelf, zo meende ik. Zichzelf herkennen in een lied, u kunt dat eventueel voorspelbaar vinden maar sommige dingen zijn nu eenmaal voorspelbaar. Het lied gaat over een jongeman, een tiener wellicht, die ergens in het Verenigd Koninkrijk met zijn fiets met een lekke band op een verlaten landweg staat. Hij wordt meegenomen door een man in een sportwagen en er onstaat een gezwollen en verwarrend gesprek tussen beide jonge kerels dat barst van de verborgen verleiders, van onmogelijke herenliefde en van erotiek. Een paar zinnen slechts volstaan om een wereld van verloren jeugd, hilarische mystiek, verboden dromen te scheppen.
Telkens wanneer ik This Charming Man hoor weet ik niet of ik in een bulderlach dan wel in huilbui moet uitbarsten.
En u moet vooral ook eens letten op de mooiste versregel uit de popgeschiedenis, ergens in het begin van het lied: ‘Why pander life’s complexities when the leather runs smooth on the passenger’s seat.’
Comments are closed.